Author: | Johan Fabricius | ISBN: | 9789025863661 |
Publisher: | WPG Kindermedia | Publication: | March 27, 2013 |
Imprint: | Leopold | Language: | Dutch |
Author: | Johan Fabricius |
ISBN: | 9789025863661 |
Publisher: | WPG Kindermedia |
Publication: | March 27, 2013 |
Imprint: | Leopold |
Language: | Dutch |
In deze roman plaatst Fabricius niet slechts Oost tegenover West, gelijk hij dit in Setoewo, de Tijger deed, maar ook en vooral het nieuwe Indonesië tegenover de oude, stijlvolle wereld van overerfde traditie en cultuur zoals deze, geheimzinnig gesloten voor de buitenstaander, nog voortleefde aan de Javaanse vorstenhoven, met hun gamelanspel en wajang-voorstellingen, hun verfijnde dansen. Reeds in haar laatste nabloei, had deze wereld niet meer de kracht zich te handhaven in de grote omwenteling der tijden. De auteur belichaamt dit stille drama in de figuur van Raden Mas Koesoemo, de kraton-danser, die voor de oorlog triomfen vierde in de Europese hoofdsteden – en in zijn in die tijd uit een Nederlandse vrouw geboren zoon Widjojo, die, in Holland opgroeiend onder de hoede van zijn moeder, zijn onstuimige jongensverbeelding de vrije teugel laat en zich zijn vader, over wie hij zoveel gehoord heeft, als een van glorie omgeven held voorstelt daar in de Kraton, heerlijke droomwereld van oosterse cultuur. Dat deze droomwereld ten ondergang gedoemd is in een republikeinse staat, dringt niet tot Widjojo door, die, zoon van een Javaan, vuur en vlam is voor het Javaanse nationalisme en voor het nieuwe, vrije Indonesië.
De onvermijdelijke ontgoocheling komt pas wanneer hij, na zijn studies in Nederland beëindigd te hebben, zijn ten val gebrachte, oud en arm geworden vader gaat bezoeken daar in het verre land, dat hij voor het eerst met eigen ogen aanschouwt. Waar staat hij nu? Waar behoort hij thuis?
Schimmelspel heet dit boek. De vader is voor de zoon een schim geweest, de zoon voor de vader. Zij zijn aan elkaar voorbij gegleden als de schaduwen op het zwakverlichte scherm van de “dalang”, de wajang-speler, die de poppen in zijn handen doet bewegen en de schone ouder verhalen uit Java’s ver verleden vertelt.
In deze roman plaatst Fabricius niet slechts Oost tegenover West, gelijk hij dit in Setoewo, de Tijger deed, maar ook en vooral het nieuwe Indonesië tegenover de oude, stijlvolle wereld van overerfde traditie en cultuur zoals deze, geheimzinnig gesloten voor de buitenstaander, nog voortleefde aan de Javaanse vorstenhoven, met hun gamelanspel en wajang-voorstellingen, hun verfijnde dansen. Reeds in haar laatste nabloei, had deze wereld niet meer de kracht zich te handhaven in de grote omwenteling der tijden. De auteur belichaamt dit stille drama in de figuur van Raden Mas Koesoemo, de kraton-danser, die voor de oorlog triomfen vierde in de Europese hoofdsteden – en in zijn in die tijd uit een Nederlandse vrouw geboren zoon Widjojo, die, in Holland opgroeiend onder de hoede van zijn moeder, zijn onstuimige jongensverbeelding de vrije teugel laat en zich zijn vader, over wie hij zoveel gehoord heeft, als een van glorie omgeven held voorstelt daar in de Kraton, heerlijke droomwereld van oosterse cultuur. Dat deze droomwereld ten ondergang gedoemd is in een republikeinse staat, dringt niet tot Widjojo door, die, zoon van een Javaan, vuur en vlam is voor het Javaanse nationalisme en voor het nieuwe, vrije Indonesië.
De onvermijdelijke ontgoocheling komt pas wanneer hij, na zijn studies in Nederland beëindigd te hebben, zijn ten val gebrachte, oud en arm geworden vader gaat bezoeken daar in het verre land, dat hij voor het eerst met eigen ogen aanschouwt. Waar staat hij nu? Waar behoort hij thuis?
Schimmelspel heet dit boek. De vader is voor de zoon een schim geweest, de zoon voor de vader. Zij zijn aan elkaar voorbij gegleden als de schaduwen op het zwakverlichte scherm van de “dalang”, de wajang-speler, die de poppen in zijn handen doet bewegen en de schone ouder verhalen uit Java’s ver verleden vertelt.